Interfaces Abonnementenregister
Abonnement Interface
Algemeen
Deze interface wordt door Resource Clients aangeroepen via Feature core-FHIR-interactie-broker die wordt geboden door Resource Broker ZA-in. Daarom gelden voor het gebruik van Features van de Abonnement Interface ook de specificaties van core-FHIR-interactie-broker m.b.t. het gebruik van HTTP headers.
Base endpoint en FHIR-versions
De waarde van de base-URL van de FHIR endpoints die het Abonnementenregister biedt t.b.v. de Abonnement Interface ( [base] dus ), dient voor alle FHIR-interacties gelijk te zijn aan "https://<FQDN>[/<path-extension>]/fhir/<fhir-version>". De waarde van <fhir-version>
is dan bijvoorbeeld "R4" of "R5".
T.b.v. de Abonnement Interface worden de volgende FHIR-versions ondersteund:
R4
Let op! Het Abonnementenregister wordt door Resource Clients aangeroepen via Resource Broker ZA-in. Een Resource Client dient de base-URL van Resource Broker ZA-in te gebruiken. Resource Broker ZA-in hanteert de base-URL van het Abonnementenregister.
Generieke parameters
Het gewenste formaat (JSON of XML) kan op de gebruikelijke manier via de Accept Header opgegeven worden, maar kunnen ook via de FHIR _format
parameter doorgegeven worden.
Ondersteunde waarden voor de _format
parameter zijn voor alle interacties, waar van toepassing:
de mogelijke opties die duiden op het FHIR JSON formaat of op het FHIR XML formaat.
Indien beide (Accept header en _format
parameter) in een request voorkomen, geldt de waarde van de _format
parameter. Indien geen enkele voorkomt, dan geldt het formaat van het Content-Type.
FHIR-profielen
Informatie over de gehanteerde FHIR-profielen op deze interface:
Feature | aorta-subscription |
---|---|
Type | Subfeature |
Versie | 1.0.0 |
Profiel | |
Systeemrolcode | - |
Groep | FHIR-profielen |
Gepubliceerd |
|
Delta | Initiële versie van feature. |
Voorbeelden:
https://simplifier.net/VZVZ/~resources?text=aorta|subscription&category=Example&fhirVersion=R4B
https://simplifier.net/vzvz/~resources?category=Example&exampletype=Subscription
Interacties
Registreren Abonnement
Feature | |
---|---|
Type | Service |
Versie | 1.0.4 |
Systeemrolcode | aorta-subscription:CIS:R4:1 |
Groep | Notificatie |
Gepubliceerd |
|
Delta | Fix:
|
Use case |
Feature | Versie | Dependency | Aanbieder | Afnemer |
---|---|---|---|---|
1.0.4 | >=1 | >=1 | ||
1.0.4 | >=1.* | >=1 |
Deze interactie is gebaseerd op de FHIR conditional create interactie, zodat de situatie ondervangen kan worden dat dezelfde interactie meerdere keren aangeboden wordt:
POST [base]/Subscription
If-None-Exist: [parameters]
Ondersteunde parameters
zijn:
identifier (de waarde van extension http://vzvz.nl/fhir/StructureDefinition/aorta-subscription-identifier van de Subscription, ofwel het abonnement-id)
Voorbeeld:
POST [base]/Subscription
If-None-Exist: identifier=<system>|<value>
{
"resourceType": "Subscription",
..
}
HTTP statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Omdat bepaalde Confluence macro’s nog niet worden ondersteund in de publicatie omgeving, bevat de tabel, in de publicatieomgeving, ook informatie over de wijze waarop de betreffende interface wordt geïmplementeerd in de server component. De statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in de kolom “Uitkomst”. De overige informatie mag worden genegeerd.
AOF.UCe.VAL.100.v1 - Toetsing type content | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem ontvangt een verzoek en start de verwerking. Het systeem toetst of het gevraagde type content (Accept header) en het gehanteerde type content (Content-Type header) worden ondersteund. NB. wanneer het verzoek wordt ontvangen van een component van VZVZ, dan hoeft geen toets op type content te worden uitgevoerd. | Gevraagd type content niet ondersteund statuscode 406 Not Acceptable |
Gehanteerd type content niet ondersteund statuscode 415 Unsupported Media Type | ||
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
AOF.UCe.VAL.250.v1 - Toetsing van een intern RB-request | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem controleert of alle vereiste tokens zijn toegevoegd aan het request | Ontbrekend token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
ii | Het systeem controleert de geldigheid van de meegezonden, van toepassing zijnde, tokens
NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
iii | Indien van toepassing: Het systeem controleert de samenhang tussen het AORTA access_token en het DigiD authenticatietoken, zoals omschreven in de de sectie "Toetsing van samenhang tussen tokens". NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
---|---|---|
1 | Het systeem toetst of het BSN in de patient claim van het AORTA access_token overeenkomt met het BSN in het criterium van het beoogde abonnement. | BSN in criterium komt niet overeen met token statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
2 | Het systeem toetst of de registratie van het abonnement is toegestaan:
| Registratie niet toegestaan statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
3 | Het systeem toetst het gebeurtenis-subtype
| Abonnement niet mogelijk statuscode 422 Unprocessable Entity
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
4 | Het systeem toetst of er al een abonnement bestaat met dezelfde kenmerken:
| Vergelijkbaar abonnement bestaat al statuscode 422 Unprocessable Entity
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
5 | Indien nog geen equivalent abonnement bestaat, zoals aangeduid door het equivalentie criterium ( Zie ook de toelichting “Interne verwerking van abonnementen en signalen”. | Meer dan één equivalent abonnement gevonden statuscode 412
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
6 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Opvragen Abonnementen
Feature | |
---|---|
Type | Service |
Versie | 1.0.2 |
Systeemrolcode | aorta-subscription:SIS:R4:1 |
Groep | Notificatie |
Gepubliceerd |
|
Delta | Verhelderd dat toets op geldigheid van access_token en toets op content_type in sommige situaties achterwege mag worden gelaten. |
Use case |
Feature | Versie | Dependency | Aanbieder | Afnemer |
---|---|---|---|---|
1.0.2 | >=1 | >=1 | ||
1.0.2 | >=1.* | >=1 |
Deze interactie is gebaseerd op de FHIR-search interactie.
GET [base]/Subscription{?[parameters]{&_format=[mime-type]}}
Ondersteunde parameters
zijn:
-
Voorbeeld:
GET [base]/Subscription
HTTP statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Omdat bepaalde Confluence macro’s nog niet worden ondersteund in de publicatie omgeving, bevat de tabel, in de publicatieomgeving, ook informatie over de wijze waarop de betreffende interface wordt geïmplementeerd in de server component. De statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in de kolom “Uitkomst”. De overige informatie mag worden genegeerd.
AOF.UCe.VAL.100.v1 - Toetsing type content | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem ontvangt een verzoek en start de verwerking. Het systeem toetst of het gevraagde type content (Accept header) en het gehanteerde type content (Content-Type header) worden ondersteund. NB. wanneer het verzoek wordt ontvangen van een component van VZVZ, dan hoeft geen toets op type content te worden uitgevoerd. | Gevraagd type content niet ondersteund statuscode 406 Not Acceptable |
Gehanteerd type content niet ondersteund statuscode 415 Unsupported Media Type | ||
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
AOF.UCe.VAL.250.v1 - Toetsing van een intern RB-request | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem controleert of alle vereiste tokens zijn toegevoegd aan het request | Ontbrekend token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
ii | Het systeem controleert de geldigheid van de meegezonden, van toepassing zijnde, tokens
NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
iii | Indien van toepassing: Het systeem controleert de samenhang tussen het AORTA access_token en het DigiD authenticatietoken, zoals omschreven in de de sectie "Toetsing van samenhang tussen tokens". NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
---|---|---|
1 | Het systeem voert de zoekopdracht uit:
| |
2 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Wijzigen Abonnement
Feature | |
---|---|
Type | Service |
Versie | 1.0.5 |
Systeemrolcode | aorta-subscription:UIS:R4:1 |
Groep | Notificatie |
Gepubliceerd |
|
Delta | Verhelderd dat via “wijzigen abonnement” slechts de einddatum kan worden aangepast. Bug fix:
|
Use case |
Feature | Versie | Dependency | Aanbieder | Afnemer |
---|---|---|---|---|
1.0.5 | >=1 | >=1 | ||
1.0.5 | >=1.* | >=1 |
Deze interactie is gebaseerd op de FHIR conditional update interactie:
PUT [base]/Subscription?[parameters]
Ondersteunde parameters
zijn:
identifier (de waarde van extension http://vzvz.nl/fhir/StructureDefinition/aorta-subscription-identifier van de Subscription, ofwel het abonnement-id)
Voorbeeld:
PUT [base]/Subscription?identifier=<system>|<value>
{
"resourceType": "Subscription",
...
}
HTTP statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Omdat bepaalde Confluence macro’s nog niet worden ondersteund in de publicatie omgeving, bevat de tabel, in de publicatieomgeving, ook informatie over de wijze waarop de betreffende interface wordt geïmplementeerd in de server component. De statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in de kolom “Uitkomst”. De overige informatie mag worden genegeerd.
AOF.UCe.VAL.100.v1 - Toetsing type content | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem ontvangt een verzoek en start de verwerking. Het systeem toetst of het gevraagde type content (Accept header) en het gehanteerde type content (Content-Type header) worden ondersteund. NB. wanneer het verzoek wordt ontvangen van een component van VZVZ, dan hoeft geen toets op type content te worden uitgevoerd. | Gevraagd type content niet ondersteund statuscode 406 Not Acceptable |
Gehanteerd type content niet ondersteund statuscode 415 Unsupported Media Type | ||
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
AOF.UCe.VAL.250.v1 - Toetsing van een intern RB-request | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem controleert of alle vereiste tokens zijn toegevoegd aan het request | Ontbrekend token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
ii | Het systeem controleert de geldigheid van de meegezonden, van toepassing zijnde, tokens
NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
iii | Indien van toepassing: Het systeem controleert de samenhang tussen het AORTA access_token en het DigiD authenticatietoken, zoals omschreven in de de sectie "Toetsing van samenhang tussen tokens". NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
---|---|---|
1 | Het systeem toets of er inderdaad een abonnement bestaat met de identifier, zoals doorgegeven in het request. | Abonnement bestaat niet statuscode 422 Unprocessable Entity
Het systeem kan niet eenduidig vaststellen welke entry wordt bedoeld statuscode 412
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
2 | Het systeem toetst of het BSN in de patient claim van het AORTA access_token overeenkomt met het BSN in het criterium van het bestaande abonnement. | BSN in criterium komt niet overeen met token statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
3 | Het systeem toetst of de wijziging van het abonnement is toegestaan:
Een zorgaanbieder abonnement mag verder slechts worden gewijzigd wanneer de abonnee-applicatie-id van het abonnement overeenkomt met het app-id van de client GBx-applicatie. Dit wordt geborgd door Resource Broker ZA-in via toetsing van de scope van het access_token, die is beperkt tot dit app-id). | Wijziging niet toegestaan statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
4 | Het systeem toetst het gebeurtenis-subtype
| Abonnement niet mogelijk statuscode 422 Unprocessable Entity
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
5 | Het systeem verwerkt de wijziging. Zie ook de toelichting “Interne verwerking van abonnementen en signalen”. | |
5 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Beëindigen Abonnement
Feature | |
---|---|
Type | Service |
Versie | 1.0.2 |
Systeemrolcode | aorta-subscription:DIS:R4:1 |
Groep | Notificatie |
Gepubliceerd |
|
Delta | Verhelderd dat toets op geldigheid van access_token en toets op content_type in sommige situaties achterwege mag worden gelaten. |
Use case |
Feature | Versie | Dependency | Aanbieder | Afnemer |
---|---|---|---|---|
1.0.2 | >=1 | >=1 | ||
1.0.2 | >=1.* | >=1 |
Deze interactie is gebaseerd op de FHIR conditional delete interactie:
DELETE [base]/Subscription?[parameters]
Ondersteunde parameters
zijn:
identifier (de waarde van extension http://vzvz.nl/fhir/StructureDefinition/aorta-subscription-identifier van de Subscription, ofwel het abonnement-id)
Voorbeeld:
DELETE [base]/Subscription?identifier=<system>|<value>
HTTP statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Omdat bepaalde Confluence macro’s nog niet worden ondersteund in de publicatie omgeving, bevat de tabel, in de publicatieomgeving, ook informatie over de wijze waarop de betreffende interface wordt geïmplementeerd in de server component. De statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in de kolom “Uitkomst”. De overige informatie mag worden genegeerd.
AOF.UCe.VAL.100.v1 - Toetsing type content | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem ontvangt een verzoek en start de verwerking. Het systeem toetst of het gevraagde type content (Accept header) en het gehanteerde type content (Content-Type header) worden ondersteund. NB. wanneer het verzoek wordt ontvangen van een component van VZVZ, dan hoeft geen toets op type content te worden uitgevoerd. | Gevraagd type content niet ondersteund statuscode 406 Not Acceptable |
Gehanteerd type content niet ondersteund statuscode 415 Unsupported Media Type | ||
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
AOF.UCe.VAL.250.v1 - Toetsing van een intern RB-request | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem controleert of alle vereiste tokens zijn toegevoegd aan het request | Ontbrekend token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
ii | Het systeem controleert de geldigheid van de meegezonden, van toepassing zijnde, tokens
NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
iii | Indien van toepassing: Het systeem controleert de samenhang tussen het AORTA access_token en het DigiD authenticatietoken, zoals omschreven in de de sectie "Toetsing van samenhang tussen tokens". NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
---|---|---|
1 | Het systeem toetst of er inderdaad een abonnement bestaat met de identifier, zoals doorgegeven in het request. | Abonnement bestaat niet statuscode 200 OK
Het systeem kan niet eenduidig vaststellen welke entry wordt bedoeld statuscode 412
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
2 | Het systeem toetst of de beëindiging van het abonnement is toegestaan:
| Beëindiging niet toegestaan statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
3 | Het systeem beëindigt het abonnement. | |
4 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Aanvullende eisen
AOF-I.GEN.110.v1 - Gebruik van veilig intern netwerk
De interface wordt aangeboden op een beveiligd besloten netwerk dat ter beschikking staat voor communicatie tussen componenten onderling, en tussen componenten en de ZIM.
AOF-I.GEN.150.v1 - Gebruik van HTTP
HTTP-requests en -responses op deze interface worden verzonden conform HTTP versie 1.1.
Alle HTTP-verkeer wordt verzonden binnen een TLS verbinding.
AOF-I.GEN.200.v1 - TLS verbindingen
TLS clients en TLS servers dienen tenminste TLS versie 1.2 te ondersteunen en mogen hierbij slechts gebruik maken van algoritmeselecties uit de categorie "Goed", zoals genoemd in bijlage C van de ICT-beveiligingsrichtlijnen voor Transport Layer Security (TLS).
Bij het opzetten van een verbinding dient gebruik te worden gemaakt van de sterkste algoritmeselectie die door beide partijen wordt ondersteund. TLS clients en TLS servers maken bij voorkeur echter gebruik van een hogere TLS versie dan 1.2.
Binnen TLS verbindingen dienen tijdelijke sleutels te worden toegepast, die elke 5 minuten worden ververst door middel van TLS Secure Renegotiation.
TLS verbindingen worden opgezet middels PKIo servercertificaten of, voor zorgaanbieders, m.b.v. UZI-servercertificaten.
AOF-I.GEN.250.v1 - Systeem Authenticatie (mTLS)
Indien uitwisseling plaatsvindt binnen TLS verbindingen, dan dient op deze interface gebruik te worden gemaakt van tweezijdige authenticatie (mutual TLS, mTLS), waarbij de TLS client en de TLS server zich wederzijds authenticeren.
AOF-I.GEN.400.v1 - FHIR
Op deze interface gelden de generieke eisen uit de MedMij informatiestandaarden. Dit betekent ondermeer dat zowel JSON als XML moet worden ondersteund.
AOF-I.GEN.450.v1 - Verkrijgen base-URL van component
Deze interface wordt geboden door een component die is opgenomen in het AORTA Stelseltoken. In de specificaties is aangegeven welke component het betreft.
Wanneer deze interface wordt gebruikt via HTTP, dan mag deze slechts worden gericht aan de base-URL van een server/component die deze rol blijkens het AORTA Stelseltoken vervuld.
Het geldende AORTA Stelseltoken dient periodiek te worden opgehaald via de AORTA Stelsel Metadata Interface. De aangeven caching directives dienen hierbij te worden gevolgd.
Functionele datamodel van een Abonnement
Het functionele datamodel van een Abonnement, en de mapping ervan naar FHIR is beschreven in onderstaande tabel.
Element/attribuut | Cardinaliteit | Toelichting | |
---|---|---|---|
Functioneel | FHIR | ||
abonnement-id | extension: aorta-subscription-identifier | 1..1 | Uniek ID van het abonnement |
- | id | 0..1 | Logical ID van de FHIR Subscription Niet aanwezig bij het aanmaken van een Abonnement. |
- | reason | 1..1 | Reden van creatie Abonnement. Vaste waarde, conform FHIR-profiel. |
abonnee-organisatie-id | extension: aorta-subscription-managingEntity:PractionerRole.organization:Organization.identifier OF extension: aorta-subscription-managingEntity:Patient.managingOrganization:Organization.identifier | 1..1 | URA of organisatie-id van abonnee |
abonnee-applicatie-id | extension: SourceSystem | 1..1 | appID van GBx-applicatie van de abonnee Formaat: OID |
aanvrager-id | extension: aorta-subscription-managingEntity:Patient.identifier | 0..1 | Slechts aanwezig wanneer de aanvrager een patiënt is. BSN van patiënt (abonnee) |
aanvrager-functie | extension: aorta-subscription-managingEntity:PractionerRole.code | 0..1 | Slechts aanwezig wanneer de aanvrager een zorgverlener is. rolcode abonnee (UZI-rolcode) Deze rolcode bepaalt welke signalen het systeem ontvangt als gevolg van een abonnement. Dit moet namelijk passen binnen de autorisaties van de aanvrager-functie. |
gebeurtenis-type | criteria (zie bij gebeurtenis-subject) | 1..1 | Het type gebeurtenis, waarop een abonnement wordt/is genomen. Mogelijke typen:
|
gebeurtenis-subtype | criteria (zie bij gebeurtenis-subject) | 0..1 | Verplicht bij abonnement op wijzigingen in VWI/ACT:
De combinatie van contextcode en rolcode is in de SDS gekoppeld aan een set van bouwsteentypen/gegevenssoorten. Niet aanwezig bij abonnement op wijzigingen in LOG. |
gebeurtenis-subject | criteria Criteria bestaat uit:
Voor VWI-entries zijn er extra parameters:
OF
Voorbeelden zijn opgenomen in het FHIR-profiel. | 1..1 | BSN van patiënt (“patientid” attribuut in _query) |
einddatum | end | 0..1 | Moet vallen binnen een vastgestelde maximum duur van een abonnement. Niet verplicht bij het aanmaken van een nieuwe Subscription. Wordt dan door het Abonnementenregister zelf gevuld. Wel verplicht bij andere interacties. |
Gebeurtenis Afhandeling Interface (Notificeren)
Vooralsnog geen aanpassingen t.o.v. bestaande situatie.
Als er een gebeurtenis plaatsvindt die overeenkomt met de criteria zoals gedefinieerd in de Subscripton.criteria
dan wordt een Notificatie gestuurd, op de wijze zoals gespecificeerd in de use case Afhandelen Gebeurtenis.