Interfaces Abonnementenregister
Abonnement Interface
Algemeen
Base endpoint en FHIR-versions
De waarde van de base-URL van de FHIR endpoints die het Abonnementenregister biedt t.b.v. de Abonnement Interface ( [base] dus ), dient voor alle FHIR-interacties gelijk te zijn aan "https://<FQDN>[/<path-extension>]/fhir/<fhir-version>". De waarde van <fhir-version>
is dan bijvoorbeeld "R4" of "R5".
T.b.v. de Abonnement Interface worden de volgende FHIR-versions ondersteund:
R4
Let op! Het Abonnementenregister wordt door Resource Clients aangeroepen via Resource Broker ZA-in. Een Resource Client dient de base-URL van Resource Broker ZA-in te gebruiken. Resource Broker ZA-in hanteert de base-URL van het Abonnementenregister.
HTTP-request headers
Bij iedere interactie, worden in ieder HTTP-request, de volgende HTTP headers meegezonden:
Feature | Authorization HTTP Header |
---|---|
Type | Subfeature |
Versie | 1.0.0 |
Systeemrolcode | - |
Groep | HTTP Headers |
Gepubliceerd |
|
Delta | Initiële versie van feature. |
Authorization: Bearer <AORTA access_token>
Een AORTA access_token is altijd een JSON Web Token (JWT).
Een JWT bestaat uit een aantal base64 strings, die aan elkaar zijn gekoppeld met punten. Indien een token een SAML Assertion zou zijn, dan dient het altijd base64url te worden gecodeerd conform RFC 4648. Omdat een base64url geëncodeerde SAMLv2 Assertion geen punten kan bevatten, is de ontvanger altijd in staat om het type token bepalen.
In het token, dat wordt ontvangen in een Authorization header, is informatie opgenomen over welke type inhoudelijk token het betreft en welke versie, dus bijvoorbeeld dat het gaat om een AORTA access_token.
Het BSN van de patient waarop een abonnement betrekking heeft wordt bij alle interacties meegegeven in het AORTA access_token. Alle interacties hebben dus betrekking op een en dezelfde patiënt. Dit geldt ook voor interacties die worden verstuurd in een batch of transaction Bundle.
Feature | AORTA-ID HTTP Header |
---|---|
Type | Subfeature |
Versie | 1.0.0 |
Systeemrolcode | - |
Groep | HTTP Headers |
Gepubliceerd |
|
Delta | Initiële versie van feature. |
AORTA-ID: initialRequestID=<UUID conform RFC4122>; requestID=<UUID conform RFC4122>
Het initialRequestID attribuut bevat het ID van het allereerste request in de hele keten en dient te worden opgenomen in de logbestanden van alle partijen in de keten, zodat bij foutopsporing de verschillende logbestanden aan elkaar kunnen worden gerelateerd.
Het requestID is voor iedere request message uniek. In requests wordt deze gegenereerd door de client. Ook het requestID dient te worden opgenomen in de verschillende logbestanden, zodat altijd duidelijk is op welk bericht een log entry van toepassing is.
Feature | AORTA-Version HTTP Header |
---|---|
Type | Subfeature |
Versie | 1.0.0 |
Systeemrolcode | - |
Groep | HTTP Headers |
Gepubliceerd |
|
Delta | Initiële versie van feature. |
AORTA-Version: contentVersion=<versienummer>; acceptVersion=<versienummer>
Wanneer een Resource Server een FHIR interactie ontvangt, dan kan het a.d.h.v. de syntax van het ontvangen request afleiden om welke interactie het gaat, bijvoorbeeld "een FHIR-search naar Obervations", of "een FHIR-read van een Binary". Daarnaast is iedere interactie voorzien van een versienummer. Voor versienummering wordt gebruik gemaakt van semantic versioning.
De acceptVersion
geeft aan conform welke versie(s) de interactie mag worden verwerkt en beantwoord. Het versienummer in de acceptVersion
wordt gespecificeerd conform semver, dus bijvoorbeeld "2.x" of "~1.2.3 || ^2.1.0". In het algemeen geldt dat een resource server een interactie dient te verwerken conform de hoogst aangegeven acceptVersion die het zelf op dat moment kan toepassen.
De contentVersion
geeft aan welke versie van de interactie daadwerkelijk is gehanteerd. In de contentVersion
dient het versienummer de exacte versie van de interactie te bevatten die is gehanteerd, dus zonder wildcards of ranges, bijvoorbeeld “1”, of "2.2". De versie van een FHIR-interactie is opgenomen in het interactie-id.
HTTP-response headers
Bij iedere interactie, worden in iedere HTTP-response, de volgende HTTP headers meegezonden:
Subfeature | AORTA-Version HTTP Header |
---|---|
Versie | 1.0.0 |
AORTA-Version: contentVersion=<versienummer>
De contentVersion
geeft aan welke versie van de interactie daadwerkelijk is gehanteerd. In de contentVersion
dient het versienummer de exacte versie van de interactie te bevatten die is gehanteerd, dus zonder wildcards of ranges, bijvoorbeeld “1”, of "2.2". De versie van een FHIR-interactie is opgenomen in het interactie-id.
Generieke parameters
Het gewenste formaat (JSON of XML) kan op de gebruikelijke manier via de Accept Header opgegeven worden, maar kunnen ook via de FHIR _format
parameter doorgegeven worden.
Ondersteunde waarden voor de _format
parameter zijn voor alle interacties, waar van toepassing:
de mogelijke opties die duiden op het FHIR JSON formaat of op het FHIR XML formaat.
Indien beide (Accept header en _format
parameter) in een request voorkomen, geldt de waarde van de _format
parameter. Indien geen enkele voorkomt, dan geldt het formaat van het Content-Type.
FHIR-profielen
Informatie over de gehanteerde FHIR-profielen op deze interface:
Feature | |
---|---|
Type | Subfeature |
Versie | 1.0.0 |
Systeemrolcode | - |
Groep | FHIR-profielen |
Gepubliceerd |
|
Delta | Initiële versie van feature. |
Voorbeelden:
https://simplifier.net/vzvz/aorta-subscription-create-log-patient
https://simplifier.net/vzvz/aorta-subscription-create-vwi-contextcode
https://simplifier.net/vzvz/aorta-subscription-update-vwi-contextcode
https://simplifier.net/vzvz/~resources?category=Example&exampletype=Subscription
Interacties
Registreren Abonnement
Feature | |
---|---|
Type | Service |
Versie | 1.0.3 |
Systeemrolcode | aorta-subscription:CIS:R4:1 |
Groep | Notificatie |
Gepubliceerd |
|
Delta | Toegevoegd dat rolcode van aanvrager in het Abonnement (indien aanwezig), overeen moet komen met de rolcode in access_token. |
Use case |
Feature | Versie | Dependency | Aanbieder | Afnemer |
---|---|---|---|---|
1.0.3 | >=1 | >=1 | ||
1.0.3 | >=1.* | >=1 |
Deze interactie is gebaseerd op de FHIR conditional create interactie, zodat de situatie ondervangen kan worden dat dezelfde interactie meerdere keren aangeboden wordt:
POST [base]/Subscription
If-None-Exist: [parameters]
Ondersteunde parameters
zijn:
identifier (de waarde van extension http://vzvz.nl/fhir/StructureDefinition/aorta-subscription-identifier van de Subscription, ofwel het abonnement-id)
Voorbeeld:
POST [base]/Subscription
If-None-Exist: identifier=<system>|<value>
{
"resourceType": "Subscription",
..
}
HTTP statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Omdat bepaalde Confluence macro’s nog niet worden ondersteund in de publicatie omgeving, bevat de tabel, in de publicatieomgeving, ook informatie over de wijze waarop de betreffende interface wordt geïmplementeerd in de server component. De statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in de kolom “Uitkomst”. De overige informatie mag worden genegeerd.
AOF.UCe.VAL.100.v1 - Toetsing type content | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem ontvangt een verzoek en start de verwerking. Het systeem toetst of het gevraagde type content (Accept header) en het gehanteerde type content (Content-Type header) worden ondersteund. NB. wanneer het verzoek wordt ontvangen van een component van VZVZ, dan hoeft geen toets op type content te worden uitgevoerd. | Gevraagd type content niet ondersteund statuscode 406 Not Acceptable |
Gehanteerd type content niet ondersteund statuscode 415 Unsupported Media Type | ||
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
AOF.UCe.VAL.250.v1 - Toetsing van een intern RB-request | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem controleert of alle vereiste tokens zijn toegevoegd aan het request | Ontbrekend token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
ii | Het systeem controleert de geldigheid van de meegezonden, van toepassing zijnde, tokens
NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
iii | Indien van toepassing: Het systeem controleert de samenhang tussen het AORTA access_token en het DigiD authenticatietoken, zoals omschreven in de de sectie "Toetsing van samenhang tussen tokens". NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
---|---|---|
1 | Het systeem toetst of het BSN in de patient claim van het AORTA access_token overeenkomt met het BSN in het criterium van het beoogde abonnement. | BSN in criterium komt niet overeen met token statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
2 | Het systeem toetst of de registratie van het abonnement is toegestaan:
| Registratie niet toegestaan statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
3 | Indien nog geen equivalent abonnement bestaat, zoals aangeduid door het equivalentie criterium ( Zie ook de toelichting “Interne verwerking van abonnementen en signalen”. | Meer dan één equivalent abonnement gevonden statuscode 412
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
4 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Opvragen Abonnementen
Feature | |
---|---|
Type | Service |
Versie | 1.0.2 |
Systeemrolcode | aorta-subscription:SIS:R4:1 |
Groep | Notificatie |
Gepubliceerd |
|
Delta | Verhelderd dat toets op geldigheid van access_token en toets op content_type in sommige situaties achterwege mag worden gelaten. |
Use case |
Feature | Versie | Dependency | Aanbieder | Afnemer |
---|---|---|---|---|
1.0.2 | >=1 | >=1 | ||
1.0.2 | >=1.* | >=1 |
Deze interactie is gebaseerd op de FHIR-search interactie.
GET [base]/Subscription{?[parameters]{&_format=[mime-type]}}
Ondersteunde parameters
zijn:
-
Voorbeeld:
GET [base]/Subscription
HTTP statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Omdat bepaalde Confluence macro’s nog niet worden ondersteund in de publicatie omgeving, bevat de tabel, in de publicatieomgeving, ook informatie over de wijze waarop de betreffende interface wordt geïmplementeerd in de server component. De statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in de kolom “Uitkomst”. De overige informatie mag worden genegeerd.
AOF.UCe.VAL.100.v1 - Toetsing type content | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem ontvangt een verzoek en start de verwerking. Het systeem toetst of het gevraagde type content (Accept header) en het gehanteerde type content (Content-Type header) worden ondersteund. NB. wanneer het verzoek wordt ontvangen van een component van VZVZ, dan hoeft geen toets op type content te worden uitgevoerd. | Gevraagd type content niet ondersteund statuscode 406 Not Acceptable |
Gehanteerd type content niet ondersteund statuscode 415 Unsupported Media Type | ||
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
AOF.UCe.VAL.250.v1 - Toetsing van een intern RB-request | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem controleert of alle vereiste tokens zijn toegevoegd aan het request | Ontbrekend token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
ii | Het systeem controleert de geldigheid van de meegezonden, van toepassing zijnde, tokens
NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
iii | Indien van toepassing: Het systeem controleert de samenhang tussen het AORTA access_token en het DigiD authenticatietoken, zoals omschreven in de de sectie "Toetsing van samenhang tussen tokens". NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
---|---|---|
1 | Het systeem voert de zoekopdracht uit:
| |
2 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Wijzigen Abonnement
Feature | |
---|---|
Type | Service |
Versie | 1.0.4 |
Systeemrolcode | aorta-subscription:UIS:R4:1 |
Groep | Notificatie |
Gepubliceerd |
|
Delta | Toegevoegd dat een zorgaanbieder abonnement slechts mag worden gewijzigd vanuit de applicatie van waaruit deze oorspronkelijk was aangegaan. |
Use case |
Feature | Versie | Dependency | Aanbieder | Afnemer |
---|---|---|---|---|
1.0.4 | >=1 | >=1 | ||
1.0.4 | >=1.* | >=1 |
Deze interactie is gebaseerd op de FHIR conditional update interactie:
PUT [base]/Subscription?[parameters]
Ondersteunde parameters
zijn:
identifier (de waarde van extension http://vzvz.nl/fhir/StructureDefinition/aorta-subscription-identifier van de Subscription, ofwel het abonnement-id)
Voorbeeld:
PUT [base]/Subscription?identifier=<system>|<value>
{
"resourceType": "Subscription",
...
}
HTTP statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Omdat bepaalde Confluence macro’s nog niet worden ondersteund in de publicatie omgeving, bevat de tabel, in de publicatieomgeving, ook informatie over de wijze waarop de betreffende interface wordt geïmplementeerd in de server component. De statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in de kolom “Uitkomst”. De overige informatie mag worden genegeerd.
AOF.UCe.VAL.100.v1 - Toetsing type content | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem ontvangt een verzoek en start de verwerking. Het systeem toetst of het gevraagde type content (Accept header) en het gehanteerde type content (Content-Type header) worden ondersteund. NB. wanneer het verzoek wordt ontvangen van een component van VZVZ, dan hoeft geen toets op type content te worden uitgevoerd. | Gevraagd type content niet ondersteund statuscode 406 Not Acceptable |
Gehanteerd type content niet ondersteund statuscode 415 Unsupported Media Type | ||
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
AOF.UCe.VAL.250.v1 - Toetsing van een intern RB-request | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem controleert of alle vereiste tokens zijn toegevoegd aan het request | Ontbrekend token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
ii | Het systeem controleert de geldigheid van de meegezonden, van toepassing zijnde, tokens
NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
iii | Indien van toepassing: Het systeem controleert de samenhang tussen het AORTA access_token en het DigiD authenticatietoken, zoals omschreven in de de sectie "Toetsing van samenhang tussen tokens". NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
---|---|---|
1 | Het systeem toets of er inderdaad een abonnement bestaat met de identifier, zoals doorgegeven in het request. | Abonnement bestaat niet statuscode 422 Unprocessable Entity
Het systeem kan niet eenduidig vaststellen welke entry wordt bedoeld statuscode 412
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
2 | Het systeem toetst of het BSN in de patient claim van het AORTA access_token overeenkomt met het BSN in het criterium van het bestaande abonnement. | BSN in criterium komt niet overeen met token statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
3 | Het systeem toetst of de wijziging van het abonnement is toegestaan:
| Wijziging niet toegestaan statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
4 | Het systeem verwerkt de wijziging. Zie ook de toelichting “Interne verwerking van abonnementen en signalen”. | |
5 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Beëindigen Abonnement
Feature | |
---|---|
Type | Service |
Versie | 1.0.2 |
Systeemrolcode | aorta-subscription:DIS:R4:1 |
Groep | Notificatie |
Gepubliceerd |
|
Delta | Verhelderd dat toets op geldigheid van access_token en toets op content_type in sommige situaties achterwege mag worden gelaten. |
Use case |
Feature | Versie | Dependency | Aanbieder | Afnemer |
---|---|---|---|---|
1.0.2 | >=1 | >=1 | ||
1.0.2 | >=1.* | >=1 |
Deze interactie is gebaseerd op de FHIR conditional delete interactie:
DELETE [base]/Subscription?[parameters]
Ondersteunde parameters
zijn:
identifier (de waarde van extension http://vzvz.nl/fhir/StructureDefinition/aorta-subscription-identifier van de Subscription, ofwel het abonnement-id)
Voorbeeld:
DELETE [base]/Subscription?identifier=<system>|<value>
HTTP statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Omdat bepaalde Confluence macro’s nog niet worden ondersteund in de publicatie omgeving, bevat de tabel, in de publicatieomgeving, ook informatie over de wijze waarop de betreffende interface wordt geïmplementeerd in de server component. De statuscodes die kunnen worden geretourneerd zijn opgenomen in de kolom “Uitkomst”. De overige informatie mag worden genegeerd.
AOF.UCe.VAL.100.v1 - Toetsing type content | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem ontvangt een verzoek en start de verwerking. Het systeem toetst of het gevraagde type content (Accept header) en het gehanteerde type content (Content-Type header) worden ondersteund. NB. wanneer het verzoek wordt ontvangen van een component van VZVZ, dan hoeft geen toets op type content te worden uitgevoerd. | Gevraagd type content niet ondersteund statuscode 406 Not Acceptable |
Gehanteerd type content niet ondersteund statuscode 415 Unsupported Media Type | ||
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
AOF.UCe.VAL.250.v1 - Toetsing van een intern RB-request | Uitkomst | |
---|---|---|
Stap | Omschrijving | |
i | Het systeem controleert of alle vereiste tokens zijn toegevoegd aan het request | Ontbrekend token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
ii | Het systeem controleert de geldigheid van de meegezonden, van toepassing zijnde, tokens
NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
iii | Indien van toepassing: Het systeem controleert de samenhang tussen het AORTA access_token en het DigiD authenticatietoken, zoals omschreven in de de sectie "Toetsing van samenhang tussen tokens". NB. wanneer het verzoek via een intern netwerk wordt ontvangen, en van een component van VZVZ, dan hoeft deze toets niet te worden uitgevoerd. Welke tokens van toepassing zijn is beschreven in de interface specificaties die horen bij deze use case. | Ongeldig token statuscode 401 Unauthorized
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. |
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
---|---|---|
1 | Het systeem toetst of er inderdaad een abonnement bestaat met de identifier, zoals doorgegeven in het request. | Abonnement bestaat niet statuscode 200 OK
Het systeem kan niet eenduidig vaststellen welke entry wordt bedoeld statuscode 412
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
2 | Het systeem toetst of de beëindiging van het abonnement is toegestaan:
| Beëindiging niet toegestaan statuscode 403 Forbidden
|
Het systeem genereert de vereiste response en gaat verder met de exit stap van de main flow. | ||
3 | Het systeem beëindigt het abonnement. | |
4 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Functionele datamodel van een Abonnement
Het functionele datamodel van een Abonnement, en de mapping ervan naar FHIR is beschreven in onderstaande tabel.
Element/attribuut | Cardinaliteit | Toelichting | |
---|---|---|---|
Functioneel | FHIR | ||
abonnement-id | extension: aorta-subscription-identifier | 1..1 | Uniek ID van het abonnement |
- | id | 0..1 | Logical ID van de FHIR Subscription Niet aanwezig bij het aanmaken van een Abonnement. |
- | reason | 1..1 | Reden van creatie Abonnement. Vaste waarde, conform FHIR-profiel. |
abonnee-organisatie-id | extension: aorta-subscription-managingEntity:PractionerRole.organization:Organization.identifier OF extension: aorta-subscription-managingEntity:Patient.managingOrganization:Organization.identifier | 1..1 | URA of organisatie-id van abonnee |
abonnee-applicatie-id | extension: SourceSystem | 1..1 | appID van GBx-applicatie van de abonnee Formaat: OID |
aanvrager-id | extension: aorta-subscription-managingEntity:Patient.identifier | 0..1 | Slechts aanwezig wanneer de aanvrager een patiënt is. BSN van patiënt (abonnee) |
aanvrager-functie | extension: aorta-subscription-managingEntity:PractionerRole.code | 0..1 | Slechts aanwezig wanneer de aanvrager een zorgverlener is. rolcode abonnee (UZI-rolcode) Deze rolcode bepaalt welke signalen het systeem ontvangt als gevolg van een abonnement. Dit moet namelijk passen binnen de autorisaties van de aanvrager-functie. |
gebeurtenis-type | criteria (zie bij gebeurtenis-subject) | 1..1 | Het type gebeurtenis, waarop een abonnement wordt/is genomen. Mogelijke typen:
|
gebeurtenis-subtype | criteria (zie bij gebeurtenis-subject) | 0..1 | Verplicht bij abonnement op wijzigingen in VWI/ACT:
De combinatie van contextcode en rolcode is in de SDS gekoppeld aan een set van bouwsteentypen/gegevenssoorten. Niet aanwezig bij abonnement op wijzigingen in LOG. |
gebeurtenis-subject | criteria Criteria bestaat uit:
Voor VWI-entries zijn er extra parameters:
OF
Voorbeelden zijn opgenomen in het FHIR-profiel. | 1..1 | BSN van patiënt (“patientid” attribuut in _query) |
einddatum | end | 0..1 | Moet vallen binnen een vastgestelde maximum duur van een abonnement. Niet verplicht bij het aanmaken van een nieuwe Subscription. Wordt dan door het Abonnementenregister zelf gevuld. Wel verplicht bij andere interacties. |
Gebeurtenis Afhandeling Interface (Notificeren)
Vooralsnog geen aanpassingen t.o.v. bestaande situatie.
Als er een gebeurtenis plaatsvindt die overeenkomt met de criteria zoals gedefinieerd in de Subscripton.criteria
dan wordt een Notificatie gestuurd, op de wijze zoals gespecificeerd in de use case Afhandelen Gebeurtenis.