Use Cases Resource Client
Overzicht Resource Client
Een Resource Client is een GBx-applicatie. Een GBZ-applicatie kan zowel fungeren in de rol van Resource Server als in de rol van Resource Client. Een GBP-applicatie en een GBK-applicatie fungeren slechts in de rol van Resource Client.
Een Resource Client initieert interacties. Een Resource Server reageert op interacties die worden geïnitieerd middels een interface. Een Resource Client biedt zelf geen in principe geen interfaces. Uitzondering hierop zijn callback interfaces, bijvoorbeeld t.b.v. notificaties.
Onderstaande figuur toont een overzicht van de interfaces en services van de Resource Client.

Services zijn toegankelijk via interfaces en worden beschreven in de vorm van use cases. De Resource Client maakt gebruik van een aantal interfaces, in het bijzonder van de AORTA FHIR RB Interface.
Een aantal services maken gebruik van onderliggende services. Een dergelijk onderliggende service wordt dan beschreven in de vorm van een use case inclusion of als een use case extension.
Services behoren tot een bepaalde functie. Onderstaande figuur toont een overzicht van de services en functies van de Resource Client.

Generieke use cases
Activeren TKID
Primaire actor | GBx-beheerder |
|---|---|
Systeem | <GBx-systeemrol> |
Secundaire actor | Resource Broker APR |
Code |
Pre-condities
Het systeem is aangesloten op de secundaire actor(en). |
De kwalificaties van de Resource Client/Server zijn reeds geaccepteerd door VZVZ en zijn ook geregistreerd in de secundaire actor. |
De primaire actor beschikt over de juiste TKID's (ID's die zijn uitgereikt n.a.v. acceptatie van succesvol doorlopen kwalificaties) van alle te activeren AORTA systeemrollen. |
Het systeem beschikt over een voldoende actueel AORTA Stelseltoken die het via de AORTA Stelsel Metadata Interface heeft verkregen. |
Triggers
De primaire actor wil één of meerdere TKID's activeren.
Main flow
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
|---|---|---|
1 | De primaire actor kiest de optie om één of meerdere TKID's te activeren voor een bepaalde resource server. | |
2 | Het systeem activeert één of meerdere TKID’s middels de Applicatie Register Interface. | |
3 <exit> | Het systeem ontvangt en verwerkt een response. |
Post-condities
Postconditie bij succes:
Post-conditie bij falen:
|
Het systeem heeft van het verzonden request, de volgende attributen gelogd:
|
Het systeem heeft van de ontvangen response, de volgende attributen gelogd:
|
Initieren AORTA FHIR-interactie
Primaire actor | Gebruiker of Time |
|---|---|
Systeem | <GBx-systeemrol> |
Secundaire actor | Resource Broker ZA-in, Autorisatie Server ZA, Adressering Server |
Code |
Pre-condities
Het systeem is aangesloten op de secundaire actor(en). |
Het systeem beschikt over een voldoende actueel AORTA Stelseltoken die het via de AORTA Stelsel Metadata Interface heeft verkregen. |
Triggers
De primaire actor wil gegevens opvragen of versturen.
Main flow
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
|---|---|---|
1 | Optioneel: het systeem vraagt routeringsinformatie op middels de Routing Info Interface. | |
2 | Het systeem verkrijgt autorisatie middels de AORTA Token Exchange Interface. | |
3 | Het systeem initieert een FHIR-interactie middels de AORTA FHIR Resource Broker Interface. Bij instance level interacties, bijv. een FHIR-read, dient het systeem het appID van de Resource Server (GBZ-applicatie of Resource Broker GTK) toe te voegen aan de URL. Het juiste appID kan zijn verkregen in stap 1 van de use case, maar kan ook zijn opgenomen in een query_string binnen een Notified-Pull Task. | |
4 <exit> | Het systeem ontvangt en verwerkt een response. |
Bij het opvragen van gegevens zijn ook de generieke, d.w.z. niet HL7v3-specifieke, eisen van toepassing die gelden voor een Patiëntgegevens raadplegend systeem, zoals gespecificeerd in het PvE Infrastructurele Systeemrollen.
Bij het versturen van gegevens zijn ook de generieke, d.w.z. niet HL7v3-specifieke, eisen van toepassing die gelden voor een Gegevens versturend systeem, zoals gespecificeerd in het PvE Infrastructurele Systeemrollen.
Post-condities
De response is correct verwerkt in het systeem. |
Het systeem heeft van het verzonden request, de volgende attributen gelogd:
|
Het systeem heeft van de ontvangen response, de volgende attributen gelogd:
|
Initiëren notified-pull
Primaire actor | Gebruiker of Time |
|---|---|
Systeem | <GBx-systeemrol> |
Secundaire actor | Adressering Server |
Code |
Pre-condities
Het systeem is aangesloten op de secundaire actor(en). |
Het systeem beschikt over een voldoende actueel AORTA Stelseltoken die het via de AORTA Stelsel Metadata Interface heeft verkregen. |
Triggers
De primaire actor wil een notified-pull initieren.
Main flow
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
|---|---|---|
1 | Optioneel: het systeem vraagt routeringsinformatie op middels de Routing Info Interface. | |
2 | Het systeem genereert een AORTA consent_token. | |
3 <exit> | Het systeem creëert, t.b.v. de uitvoering van een notified-pull, een AORTA Task, middels de use case Initieren AORTA-FHIR-interactie. |
Post-condities
De response is correct verwerkt in het systeem. |
Het systeem heeft van het verzonden request, de volgende attributen gelogd:
|
Het systeem heeft van de ontvangen response, de volgende attributen gelogd:
|
ACT/VWI use cases
Aanleveren mutaties ACT/VWI
Primaire actor | Gebruiker of Time |
|---|---|
Systeem | <GBx-systeemrol> |
Secundaire actor | Resource Broker ZA-in |
Code |
Pre-condities
Het systeem is aangesloten op de secundaire actor(en). |
Het systeem beschikt over de juiste kwalificaties om deze use case te mogen uitvoeren. |
Het systeem beschikt over een voldoende actueel AORTA Stelseltoken die het via de AORTA Stelsel Metadata Interface heeft verkregen. |
Triggers
De primaire actor wil het actualiteitsregister of de verwijsindex bijwerken.
Main flow
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
|---|---|---|
1 | De primaire actor kiest de optie om haar ACT/VWI registratie bij te werken. | |
2 | Het systeem verkrijgt autorisatie middels de AORTA Token Exchange Interface. Deze interactie mag worden uitgevoerd op vertrouwensniveau “Laag” (of hoger). Zie ook de “toelichting vertrouwensniveaus”. De contextcode die moet worden meegegeven in de scope van het token exchange request is altijd “VWIMGT”, ongeacht welke gegevens worden aangemeld of afgemeld. | |
3 | Het systeem maakt, wijzigt of verwijdert, via de AORTA FHIR Resource Broker Interface, één of meerdere ACT/VWI entries, inhoudelijk op de wijze zoals beschreven in de Actualiteitsregister Interface. | |
4 <exit> | Het systeem ontvangt en verwerkt een response. |
Post-condities
De response is correct verwerkt in het systeem. |
Het systeem heeft van het verzonden request, de volgende attributen gelogd:
|
Het systeem heeft van de ontvangen response, de volgende attributen gelogd:
|
Opvragen ACT/VWI
Primaire actor | Gebruiker of Time |
|---|---|
Systeem | <GBx-systeemrol> |
Secundaire actor | Resource Broker ZA-in |
Code |
Pre-condities
Het systeem is aangesloten op de secundaire actor(en). |
Het systeem beschikt over de juiste kwalificaties om deze use case te mogen uitvoeren. |
Het systeem beschikt over een voldoende actueel AORTA Stelseltoken die het via de AORTA Stelsel Metadata Interface heeft verkregen. |
Triggers
De primaire actor wil het actualiteitsregister of de verwijsindex raadplegen.
Main flow
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
|---|---|---|
1 | De primaire actor kiest de optie om te zoeken in haar ACT/VWI registratie. | |
2 | Het systeem verkrijgt autorisatie middels de AORTA Token Exchange Interface. Deze interactie mag worden uitgevoerd op vertrouwensniveau “Midden” (of hoger). Zie ook de “toelichting vertrouwensniveaus”. De contextcode die moet worden meegegeven in de scope van het token exchange request is, voor patiënten die opvragen via het GBP, gelijk aan “PATVWI”. | |
3 | Het systeem vraagt, via de AORTA FHIR Resource Broker Interface, ACT/VWI entries op, inhoudelijk op de wijze zoals beschreven in de Actualiteitsregister Interface. | |
4 <exit> | Het systeem ontvangt en verwerkt een response. |
Post-condities
De response is correct verwerkt in het systeem. |
Het systeem heeft van het verzonden request, de volgende attributen gelogd:
|
Het systeem heeft van de ontvangen response, de volgende attributen gelogd:
|
Abonneren use cases
Initieren Abonnement Interactie
Primaire actor | Gebruiker |
|---|---|
Systeem | <GBx-systeemrol> |
Secundaire actor | Zie use case extensions |
Code |
Pre-condities
Het systeem is aangesloten op de secundaire actor(en). |
Het systeem beschikt over de juiste kwalificaties om deze use case te mogen uitvoeren. |
Het systeem beschikt over een voldoende actueel AORTA Stelseltoken die het via de AORTA Stelsel Metadata Interface heeft verkregen. |
Triggers
De primaire actor wil een interactie initieren m.b.t. het Abonnement Register.
Main flow
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
|---|---|---|
1 | Het systeem
dit verloopt middels de use case Initieren AORTA-FHIR-interactie, en inhoudelijk op de wijze zoals beschreven in de Abonnement Interface. Deze interactie mag worden uitgevoerd op vertrouwensniveau “Midden” (of hoger). Zie ook de “toelichting vertrouwensniveaus”. De contextcode die moet worden meegegeven in de scope van het token exchange request is voor
|
Post-condities
De response is correct verwerkt in het systeem. |
Het systeem heeft van het verzonden request, de volgende attributen gelogd:
|
Het systeem heeft van de ontvangen response, de volgende attributen gelogd:
|
Verwerken Abonnement Notificatie
Primaire actor | ABR Server |
|---|---|
Systeem | <GBx-systeemrol> |
Code |
Pre-condities
Het systeem is aangesloten op de secundaire actor(en). |
Het systeem beschikt over de juiste kwalificaties om deze use case te mogen uitvoeren. |
Main flow
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
|---|---|---|
1 | Het systeem ontvangt een notificatie | |
2 | Het systeem verwerkt de notificatie. | Ongeldig verzoek statuscode 400 Bad Request |
3 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Post-condities
Het systeem heeft van het ontvangen request, de volgende attributen gelogd:
|
Het systeem heeft van de geretourneerde response, de volgende attributen gelogd:
|
Register synchronisatie use cases
Om een register synchronisatie uit te voeren heeft de GBx-beheerder een verschillenrapportage nodig.
Verkrijgen Verschillenrapportage
Primaire actor | GBx-beheerder |
|---|---|
Systeem | <GBx-systeemrol> |
Secundaire actor | Resource Broker ZA-in, Synchronisatie Afhandelaar |
Code |
Pre-condities
Het systeem is aangesloten op de secundaire actor(en). |
Het systeem beschikt over de juiste kwalificaties om deze use case te mogen uitvoeren. |
Het systeem beschikt over een voldoende actueel AORTA Stelseltoken die het via de AORTA Stelsel Metadata Interface heeft verkregen. |
Triggers
De primaire actor wil een register synchronisatie uitvoeren.
Main flow
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
|---|---|---|
1 | De primaire actor kiest ervoor om een register synchronisatie aan te vragen. | |
2 | Het systeem heeft het op te halen register synchronisatie Inputbestand gereed via de Feature GetInputDocument, en houdt deze beschikbaar gedurende de datum/tijd aangegeven in het verzoek. Het register synchronisatie inputbestand voldoet aan de AORTA_VWI_IH_Verwijsindex_HL7 specificaties. | Inputbestand gereed om op te halen |
2 | Het systeem verkrijgt autorisatie middels de AORTA Token Exchange Interface. Deze interactie mag worden uitgevoerd op vertrouwensniveau “Laag” (of hoger). Zie ook de “toelichting vertrouwensniveaus”. De contextcode die moet worden meegegeven in de scope van het token exchange request is altijd “REGSYNC”. | |
3 | Het systeem verzendt via de AORTA FHIR Resource Broker Interface, een aanvraag voor een register synchronisatie, inhoudelijk op de wijze zoals beschreven in de Feature RequestDocumentPickup (Proxy). Het type register welke dient te worden gesynchroniseerd (bijv. VWI, ACT of ABR) wordt in het RequestDocumentPickup aangegeven. | Het systeem voldoet aan de post-condities mbt logging voor dit verzonden request. |
4 | Het systeem ontvangt en verwerkt een response. Indien een foutmelding wordt ontvangen beëindigd het systeem de flow. Mogelijke foutmeldingen:
| Het systeem voldoet aan de post-condities mbt logging voor dit ontvangen respons. |
5 | Het systeem wacht op het asynchrone ophalen van het Inputdocument volgens de Feature GetInputDocument. | Het systeem voldoet aan de post-condities mbt logging voor dit ontvangen verzoek. |
6 | Het systeem wacht op een notificatie volgens de Feature DocumentPickupNotification over de status van het opgehaalde inputdocument. | Het systeem voldoet aan de post-condities mbt logging voor dit verzonden respons. Indien een hieronder genoemnde foutmelding wordt ontvangen beëindigd het systeem de flow. Mogelijke foutmeldingen:
|
7 | Het systeem toetst of het verzoek voldoet aan de interface specificatie. Het systeen toetst of de referentie naar het gerelateerde RequestDocumentPickup bekend is. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Ongeldig verzoek statuscode 400 Bad Request | ||
8 | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Bij een foutmelding beëindigd het systeem de flow. |
9 | Het systeem wacht op een notificatie volgens de Feature RequestDocumentPickup, welke aangeeft dat de verschillenrapportage gereed is om op te halen. | Het systeem voldoet aan de post-condities mbt logging voor dit ontvangen respons. |
11 | Het systeem toetst of het verzoek voldoet aan de interface specificatie. Het systeem toetst:
Indien een foutmelding wordt ontvangen beëindigd het systeem de flow. | Het systeem voldoet aan de post-condities mbt logging voor dit ontvangen respons. |
Indien alle controles succesvol worden uitgevoerd dan wordt de volgende response gestuurd in stap 12. Verwerking succesvol statuscode 200 OK , | ||
Indien een controle faalt wordt de volgende response gestuurd in stap 12. Ongeldig verzoek statuscode 400 Bad Request | ||
12 | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Bij een foutmelding beëindigd het systeem de flow. |
13 | Het systeem haalt het verschillenrapportage op, m.b.v. Feature GetVerschillenrapportage. Het verschllenrapportage voldoet aan de AORTA VWI Synchronisatie Best Practices. Het systeem toetst:
| Het systeem voldoet aan de post-condities mbt logging voor dit verzonden request. |
14 | Het systeem verkrijgt autorisatie middels de AORTA Token Exchange Interface. Deze interactie mag worden uitgevoerd op vertrouwensniveau “Laag” (of hoger). Zie ook de “toelichting vertrouwensniveaus”. De contextcode die moet worden meegegeven in de scope van het token exchange request is altijd “REGSYNC”. | |
15 | Het systeem verzendt via de AORTA FHIR Resource Broker Interface, een bevestiging dat de verschillenrapportage is opgehaald, inhoudelijk op de wijze zoals beschreven in DocumentPickupNotification. | Het systeem voldoet aan de post-condities mbt logging voor dit verzonden request. |
16 | Het systeem ontvangt en verwerkt een response. |
|
Post-condities
Deze gelden voor stap 1.4, 2.6 , 3.7 …
GroupIdentifier loggen voor relevante stappen.
Naast de standaard logging …
De response is correct verwerkt in het systeem. |
Het systeem heeft van het verzonden request, de volgende attributen gelogd:
|
Het systeem heeft van de ontvangen response, de volgende attributen gelogd:
|
Mitz use cases
Verwerken Toestemming Notificatie
Primaire actor | Notificatie Broker |
|---|---|
Systeem | <GBx-systeemrol> |
Code |
Pre-condities
Het systeem is aangesloten op de secundaire actor(en). |
Het systeem beschikt over de juiste kwalificaties om deze use case te mogen uitvoeren. |
Main flow
Stap | Omschrijving | Uitkomst |
|---|---|---|
1 | Het systeem ontvangt een notificatie | |
2 <exit> | Het systeem retourneert een response naar de primaire actor. | Verwerking succesvol statuscode 200 OK |
Post-condities
Het systeem heeft van het ontvangen request, de volgende attributen gelogd:
|
Het systeem heeft van de geretourneerde response, de volgende attributen gelogd:
|